Van landbouwgrond naar bouwgrond
In Nederland is nu een enorme behoefte aan bouwgrond, met name voor huizen. Dan zal de prijs voor bouwgrond waarschijnlijk wel snel stijgen, toch? Landbouwgrond is (veel) minder waard dan bouwgrond voor huizen, kantoren etc. Landbouwgrond is meestal in handen van de boeren die het bewerken. Zij kunnen overwegen een deel van hun grond te verkopen, bijvoorbeeld aan de gemeente die er dan huizen kan laten bouwen. Dit moet dan wel passen in het bestemmingsplan van die gemeente. Ook kunnen rijk en provincie wat te zeggen hebben en zelf grondplannen ontwikkelen. Het is dus van groot belang de besluitvorming hierover zo snel mogelijk te weten te komen.
Dit maakt beleggen in grond een lucratief spel. Projectontwikkelaars nemen vaak grondposities in – ze kopen flinke lappen grond van o.a. boeren – om daar soms pas decennia later van te kunnen profiteren als de bestemming gewijzigd wordt. Maar dan kan de winst aanzienlijk zijn. Zij lobbyen bij gemeente en provincie en proberen een informatievoorsprong (voorkennis) op te bouwen. Simpel gezegd: vriendjes worden met wethouders, ambtenaren, gedeputeerden en statenleden. Voor particulieren is dit vrijwel onmogelijk of heel moeilijk.
Dubieuze grondhandel
Dubieuze grondhandel in Nederland is een probleem dat de afgelopen jaren steeds vaker aan het licht is gekomen. Het gaat hierbij om handelaren die op slinkse wijze proberen te profiteren van de complexe regels die gelden rondom grondverkoop. Particuliere beleggers maar ook overheden zijn hiervan de dupe.
In de basis werkt dit bijvoorbeeld zo: een boer verkoopt enkele hectare landbouwgrond aan een grondhandelaar. Die verdeelt het stuk in vele kleine percelen die hij te koop aanbiedt aan particuliere beleggers met het verhaal dat de grond veel meer waard gaat worden als bouwgrond. Maar in de praktijk gebeurt dat helemaal niet. De gemeente heeft er geen plannen voor of een heel andere bestemming zoals recreatie. Ook een projectontwikkelaar heeft geen zin om grond te kopen van tientallen kleine grondeigenaren, die wil een grote lap grond ineens kunnen verwerven.
Gemeenten ook de dupe
Een van de meest recente nieuwsberichten over dubieuze grondhandel betreft een zaak in de gemeente Zutphen. Hier zijn enkele agrarische gronden verkocht aan een projectontwikkelaar, die vervolgens een veel hogere prijs wist te bedingen bij de gemeente. Het verschil tussen de verkoopprijs aan de projectontwikkelaar en de doorverkoopprijs aan de gemeente bedroeg maar liefst 2,6 miljoen euro. De gemeente Zutphen heeft inmiddels aangegeven een onderzoek te starten naar deze zaak.
Een andere zaak die onlangs aan het licht kwam, speelde zich af in de gemeente Stichtse Vecht. Hier wist een handelaar met behulp van complexe constructies en ondoorzichtige afspraken een groot aantal agrarische gronden op te kopen, om deze vervolgens tegen veel hogere prijzen door te verkopen aan ontwikkelaars. De handelaar in kwestie zou hierbij gebruik hebben gemaakt van leningen van particulieren, die in ruil daarvoor een hoog rendement werd beloofd. De Autoriteit Financiële Markten (AFM) heeft inmiddels aangekondigd een onderzoek in te stellen naar deze zaak.
Deze voorbeelden laten zien dat dubieuze grondhandel een serieus probleem is in Nederland. Het gaat hierbij niet alleen om oneerlijke praktijken van individuele handelaren, maar ook om de complexe regelgeving rondom grondverkoop. Zo zijn er vaak veel verschillende partijen betrokken bij de verkoop van gronden, zoals gemeenten, projectontwikkelaars, notarissen, Kadaster en boeren. Hierdoor ontstaat er vaak een grijs gebied waarin handelaren kunnen opereren. Op RTL.nl vindt u een
aantal artikelen
die hier dieper op ingaan.
Betere regelgeving
Om deze problemen aan te pakken, zijn er verschillende maatregelen mogelijk. Een oplossing is het verbeteren van de transparantie rondom grondverkoop. Zo zou je alle betrokken partijen kunnen verplichten om alle afspraken en contracten openbaar te maken, zodat deze controleerbaar zijn. Ook zou er meer toezicht kunnen zijn op grondhandelaren.
Daarnaast kunnen gemeenten en andere overheidsinstanties, waaronder het Kadaster, meer doen om zich te beschermen tegen oneerlijke praktijken van handelaren. Zo kunnen bijvoorbeeld een onafhankelijke commissie instellen die alle grondtransacties controleert en goedkeurt. Ook kunnen zij meer informatie verstrekken aan boeren en andere eigenaren van agrarische gronden, zodat deze beter op de hoogte zijn van hun rechten en plichten.