Een beleggingsvraagstuk werkt niet wezenlijk anders. Dat zet je in met een planmatige aanpak: wat, wie, hoe en wanneer. Verreweg de meeste mensen die wij spreken hebben wel zo’n (denkbeeldig) plan. Er zijn middelen en die moeten (minimaal) hun koopkracht in stand houden. Dat wordt buiten de beurs steeds lastiger. Het deed mij goed dat in het
dieptepunt van de coronacrisis, op de beurs althans (maart 2020), toen de markten in glijvlucht naar beneden doken, particuliere beleggers niet massaal gingen verkopen.
Sterker nog, voor het eerst in mijn ruim 25-jarige carrière zag ik dat mensen over elkaar heen vielen om de beurs te betreden. Dat was echt uniek. Nooit eerder gezien. Beleggers zagen hun kans schoon om dat ‘beleggingsplan’ meteen richting te geven. Het duurde in die tijd minimaal 2-3 weken om een beleggingsrekening geopend te krijgen! En voor hen die daar doorheen kwamen, heeft het geen windeieren gelegd.
Onnodig
Nu - en dat is eigenlijk weer van alle tijden- zie ik weer het fenomeen dat mensen hun plan opbreken, omdat zij de markt te hoog vinden. Heel jammer. En mijns inziens geheel onnodig. Het lijkt erop dat mensen dan alles stilzetten op het gebied van de oriëntatie op het vermogensbeheer- of beleggingsvraagstuk. Het is juist de tijd om nu eens met een professional te praten hoe hij naar de beurswereld kijkt en hoe hij deze op dergelijke niveaus aanvliegt. Zo’n visie scherpt uw geest en is feitelijk ook een scherprechter of u vertrouwen in zo’n professional zou kunnen hebben. Graag voeg ik iets toe aan alle overwegingen.
Om te beginnen is er een verschil tussen het oriëntatiemoment (het voortraject) en het daadwerkelijke moment van beleggen. Denkt u nog maar eens aan het plan: wat, wie, hoe en wanneer. Om het plan nu al na de eerste stap op te breken….. Dus ga gewoon het inhoudelijke gesprek aan.
Slecht gespreid
Ten tweede kun je je afvragen of de beurs, vaak ‘verward’ met de AEX, nu wel zo representatief is. Het zijn alleen Nederlandse aandelen, slechts 1% van de marktwaarde van alle beursgenoteerde bedrijven in de wereld. Deze aandelen zijn ook nog eens bijzonder slecht gespreid. Zo zijn farmacie of infrastructuur helemaal niet vertegenwoordigd. Sectoren die er juist nu toe doen.
Ten derde zie je op ‘de beurs’ een grote tweedeling tussen bedrijven die het (extreem) goed hebben gedaan en zij die het véééél minder doen. Zet de ‘Olies’ en banken maar eens af tegen de ASML’en en Tesla’s van deze wereld.
Ten vierde bestaat een portefeuille doorgaans niet alleen maar uit aandelen.
Vastgoed, grondstoffen, edelmetalen zoals goud, en allerlei soorten obligaties. Een goed plan en beleggingsportefeuille - en dat ziet vooral toe op de ‘hoe-component’ - moeten uitgaan van een goede spreiding.