Vraag direct één van onze diensten aan Selectierapport Persoonlijke begeleiding

Vermogensbelasting 2024: vrijstelling box 3 & tarieven

10 januari 2024 (update), 30 november 2023 (publicatiedatum) Onderwerp: Belasting

Ook in 2024 veranderen de regels voor de vermogensbelasting. In dit artikel leest u hier meer over. De tarieven komen aan bod, inclusief een rekenvoorbeeld. De berekening is best een klusje. En wat ook meespeelt, er is nogal wat gedoe op juridisch gebied. De manier waarop de Belastingdienst de vermogensbelasting uitvoerde is door de Hoge Raad in 2021 afgewezen. De kern van het probleem is dat de Belastingdienst uitging van fictief rendement en niet van werkelijk rendement. Op dit moment geldt er overbruggingswetgeving. Maar ook die hanteert nog een fictief rendement. Vanaf 2027 zou dit afgelopen moeten zijn. Hierover geeft dit artikel u meer informatie. Tot slot geeft Jos Leeser van Vermogensbeheer.nl diverse tips om uw aanslag in Box 3 lager te houden.

Vermogensbelasting 2024

Wat houdt Vermogensbelasting precies in?

De Nederlandse Staat heft belasting op ‘vermogen’. De Belastingdienst ziet vermogen als alles wat u overhoudt als u uw schulden aftrekt van uw bezittingen. De rekensom is dus: bezittingen minus schulden = vermogen. Denk bij bezittingen aan spaargeld, een tweede huis of een beleggingspand waar u zelf niet in woont (vastgoed of onroerend goed). Of een pakket aandelen van op de beurs genoteerde bedrijven.

Fictief rendement

Eigenlijk willen de fiscale autoriteiten het rendement op vermogen belasten. Deze belasting heet daarom ook wel vermogensrendementsheffing.
Omdat het daadwerkelijke rendement lastig te bepalen is, kiest de overheid ervoor om bij deze belastingheffing uit te gaan van een fictief rendement op uw vermogen.
Dus de fiscus gaat simpelweg uit van bepaalde vaste percentages rendement. In het rekenvoorbeeld verderop ziet u hoe dat precies werkt.

Box 3, waarvoor is die?

De Belastingdienst hanteert drie belastinggroepen waarin u als belastingplichtige verschillende soorten inkomen opgeeft. Deze groepen kunt u zien als dozen en ze heten daarom ‘boxen’. Voor iedere box gelden verschillende belastingtarieven.

Hoe zijn de soorten inkomen verdeeld?
Box 1. Inkomen uit arbeid en eigen woning vallen in Box 1.
Box 2. Hierin valt inkomen uit ‘aanmerkelijk belang’. Dit gaat over aandeelhouderschap, of liever (mede-)eigenaarschap in een vennootschap, bijvoorbeeld een BV. De omvang van het aandeelhouderschap bepaalt of dit inkomen onder Box 2 of 3 valt.
Box 3. Inkomen uit sparen en beleggen (rendement op vermogen) valt in Box 3.

Wat zijn de voorschriften, bedragen en percentages die van toepassing zijn in 2024?

Let even goed op. Om de belasting over uw vermogen te berekenen, moet u in eerste instantie de hoogte van uw vermogen bepalen. Dit baseert u op de waarde op 1 januari, ook wel bekend als de peildatum.
Vermogen wordt gedefinieerd als bezittingen minus schulden. Het is echter belangrijk te weten dat niet al uw bezittingen meetellen. Bijvoorbeeld, uw eigen auto en inboedel worden niet meegerekend. Ook bezittingen die u al in Box 1 of 2 heeft opgegeven tellen niet mee. Schulden kennen ook uitzonderingen voor opgave in Box 3, zoals een hypotheekschuld die gekoppeld is aan de eigen woning, omdat u die al in Box 1 opgeeft.
Voor schulden die wel in Box 3 vallen, bestaat er een zogenaamd drempelbedrag. Dit bedrag mag niet worden afgetrokken van uw bezittingen. In 2024 is dit drempelbedrag € 3.700. Als u een fiscaal partner heeft, wordt dit bedrag verdubbeld tot € 7.400. Belastingschulden mag u ook niet aftrekken van uw bezittingen, hoewel er wel enkele uitzonderingen op deze regel bestaan. Creditcardschulden zijn eveneens niet aftrekbaar.
Voor 2023 en daarna geldt bovendien dat het aandeel in het vermogen van een VVE als banktegoed (spaargeld) gezien wordt en niet meer als belegging of ander bezit. Dit scheelt behoorlijk in het toe te passen belastingtarief (zie verderop). Hetzelfde geldt voor tegoeden die op een derdenrekening staan bij een notaris. Dit is nu dus een stuk eerlijker geregeld.

Op zoek naar de beste vermogensbeheerder?

Bent u op zoek naar de voor u beste vermogensbeheerder?

Vraag dan gratis en geheel vrijblijvend een SelectieRapport aan. Per e-mail ontvangt u een selectie van goede vermogensbeheerders die het beste passen bij uw persoonlijke situatie, wensen en voorkeuren.

SelectieRapport aanvragen

Deel vermogen is heffingsvrij

In Box 3 is een deel van uw vermogen heffingsvrij. Hierover betaalt u dus geen vermogensbelasting. Het heffingsvrij vermogen is voor 2024 € 57.000 (gelijk aan 2023, er wordt geen inflatiecorrectie toegepast). Heeft u een fiscaal partner, dan is de vrijstelling voor u samen het dubbele, dus € 114.000.
U betaalt alleen vermogensbelasting als uw vermogen hoger is dan het heffingsvrije deel. En alleen over dat deel dat boven de heffingsvrije drempel ligt. Volgend rekenvoorbeeld laat zien hoe dit werkt. Stel u bent alleenverdiener (dus geen fiscaal partner) en u hebt € 100.000 vermogen. De vermogensbelasting wordt dan berekend over het rendement dat u behaalde op € 100.000 – € 57.000 = € 43.000. Deze € 43.000 is de zg. ‘grondslag sparen en beleggen’. In het rekenvoorbeeld hieronder ziet u hoe deze grondslag verder gebruikt wordt bij de berekening van de te betalen vermogensbelasting.

Milieuvriendelijk sparen en investeren levert extra aftrek en extra korting.

Voor wie milieuvriendelijk spaart en/of investeert, geldt in 2024 een hoger heffingsvrij vermogen: maximaal € 65.072 (voor fiscale partners samen € 130.144). Daarnaast heeft u dan recht op een extra belastingkorting van 0,7% van het vrijgestelde bedrag. Als u minderjarige kinderen heeft met milieuvriendelijke spaartegoeden of groene investeringen, dan tellen die ook mee. Overigens gaat het hierbij meestal over groen sparen of groene obligaties, wat doorgaans geen hoge rente oplevert. Aandelen in bijvoorbeeld een windturbinebouwer vallen hier niet onder.

Wilt u hierover meer informatie? Bekijk dan deze pagina op belastingdienst.nl.

Persoonsgebonden aftrek

De Belastingdienst kent een zg. persoonsgebonden aftrek. Als u deze niet in Box 1 of 2 kunt toepassen dan mag dat in Box 3. Hieronder vallen:
Betaalde partneralimentatie
Uitgaven voor specifieke zorgkosten
Kosten voor tijdelijk verblijf thuis van ernstig gehandicapte personen
Giften

Kijk voor de exacte details op deze pagina van belastingdienst.nl

Hoge Raad keurt fictief rendement als rekenbasis af

De Hoge Raad heeft de Belastingdienst in december 2021 fors op de vingers getikt. De rekenmethode voor de vermogensrendementsheffing is juridisch onhoudbaar. De Belastingdienst past tot uiterlijk 2027 een tijdelijke rekenmethode toe via overbruggingswetgeving. Hieronder ziet u een voorbeeld voor 2024. Let op: de aangifte hiervan doet u pas in 2025. Voor het jaar 2024 gelden vooralsnog* de volgende toe te passen (fictieve) rendementspercentages:

Spaargeld: 1,03%*
Beleggingen en andere bezittingen: 6,04% (dit percentage is definitief vastgesteld)
Schulden: 2,47%*

*De definitieve percentages voor 2024 worden in 2025 vastgesteld.

Voorbeeld nieuwe rekenmethode vermogensbelasting 2024

De nieuwe rekenmethode is een stuk ingewikkelder dan de oude. Het is dus even puzzelen. Hieronder staat een algemeen rekenvoorbeeld voor 2024 van iemand met een fiscaal partner. Extra aftrekposten en/of bijtellingen zijn hierin niet meegenomen.

Stel:
Spaargeld: € 100.000
Beleggingen: € 150.000
Schulden: € 50.000

Stap 1

Bereken belastbaar rendement.

A. Belastbaar fictief rendement per soort vermogen:
Spaargeld: € 100.000 x 1,03% = € 1.030
Beleggingen: € 150.000 x 6,17% = € 9.255
Totaal positief rendement € 1.030 + € 9.255 = € 10.285

B. Aftrekbare schulden: € 50.000 – de aftrekbare drempel van € 7.400 (€ 3.700 per persoon) = € 42.600.
Negatief ‘rendement’ op aftrekbare schulden: € 42.600 x 2,47% = € 1.052.

Bereken nu A – B
Belastbaar rendement is € 10.285 – € 1.052 = € 9.233

Stap 2

In deze stap berekent u het gezamenlijke vermogen. En op basis daarvan de grondslag voor de vermogensbelasting.

Bezittingen: € 100.000 + € 150.000 = € 250.000
Aftrekbare schulden: € 42.600
Gezamenlijk vermogen: € 250.000 – € 42.600 = € 207.400 (dit heet de rendementsgrondslag)

Stap 3

Bereken de grondslag sparen en beleggen.

De grondslag sparen en beleggen is: de rendementsgrondslag uit stap 2 minus het heffingsvrij vermogen. Het heffingsvrij vermogen is in 2024 € 57.000 per persoon. In dit voorbeeld met fiscaal partner dus € 114.000.

Het sommetje wordt dan:
€ 207.400 - € 114.000 = € 93.400. Dit bedrag vult u in op uw belastingaangifte.

*Let op: u mag deze grondslag naar wens verdelen over uw eigen aangifte en de aangifte van uw fiscaal partner om in totaal een zo laag mogelijke belastingdruk te realiseren. In dit voorbeeld geven beide fiscaal partner ieder de helft op: € 46.700

Stap 4

Bereken uw aandeel in de rendementsgrondslag.

Deel uw grondslag sparen en beleggen uit stap 3 door de rendementsgrondslag uit stap 2. Vermenigvuldig de uitkomst met 100. Rond dit af op 2 decimalen achter de komma.
De grondslag sparen en beleggen is dan:
€ 46.700 / € 207.400 = 0,2252 x 100 = 22,52%

Stap 5

Bereken het voordeel uit sparen en beleggen. Dit is het belastbaar rendement uit stap 1 vermenigvuldigd met het percentage uit stap 4. Dus: € 9.223 × 22,52% = € 2.079. Dit is uw Box-3 inkomen. Dit bedrag wordt in 2024 belast met 36%.

De te betalen vermogensbelasting (per fiscaal partner) is dan € 2.079 x 36% = € 748.

Zelf uw Box 3 belasting uitrekenen?

De Belastingdienst heeft een rekentool voor Box-3 inkomen.

Tips van Jos Leeser

Een van de zaken die belangrijk zijn om de vermogensbelasting zo laag mogelijk te houden is de peildatum van 1 januari. Jos Leeser: “Iedereen snapt dat het interessant is om op de peildatum een zo laag mogelijk vermogen te hebben. De fiscus kijkt uiteraard goed naar opvallende wijzigingen hierin. Maar er zijn wel een aantal zaken die je prima kunt plannen. Zo kun je de premie voor de ziektekostenverzekering voor een heel jaar vooruit betalen. Bij een gezin met 2 kinderen scheelt dat al snel rond de € 6000 aan vermogen en zo’n € 120 aan vermogensbelasting. Geen schokkend bedrag natuurlijk, maar het is wel geld zeg ik altijd. En de zorgverzekeraar geeft bovendien vaak een interessante korting". Leeser vervolgt: ”Kijk ook eens naar een eventuele creditcardschuld. Die mag je niet aftrekken van je bezittingen. Maar je kunt hem wel voor 1 januari aflossen en zo je vermogen verlagen. Stel die schuld is € 7000, dan scheelt dat ca. € 140 aan vermogensbelasting. Tot slot: grote uitgaven kun je ook beter voor de peildatum doen. Denk aan een nieuwe auto of het (deels) aflossen van een hypotheek. Natuurlijk zit er dan geld ‘vast’ in die auto of dat pand, dus die keuze moet je wel goed doordenken.”

Jos Leeser

door Jos Leeser

Als voormalig bankier, vermogensbeheerder, consultant en klachtenbehandelaar kent Jos Leeser de ins en outs van beleggen en vermogensbeheer. Jos is partner bij Vermogensbeheer.nl en begeleidt vermogende particulieren, ondernemers, stichtingen en instellingen die op zoek zijn naar de juiste vermogensbeheerder.

Gerelateerd:

Op zoek naar de beste vermogensbeheerder?

Bent u op zoek naar de voor u beste vermogensbeheerder?

Vraag dan gratis en geheel vrijblijvend een SelectieRapport aan. Per e-mail ontvangt u een selectie van goede vermogensbeheerders die het beste passen bij uw persoonlijke situatie, wensen en voorkeuren.

SelectieRapport aanvragen