1 juli 2021
Update
De rente is per 1 juli 2021 bij vrijwel alle grote banken gewijzigd. Vanaf die datum geldt dat klanten een half procent negatieve rente moeten betalen over een banksaldo dat hoger is dan €100.000. Eerder was dat nog €250.000.
De Volksbank, Van Lanschot, ING en de Rabobank brengen klanten met meer dan €100.000 spaargeld nu 0,5% rente in rekening. Bij ABN AMRO is de drempel voor een negatieve rente omlaag gegaan van €500.000 naar €150.000. De drempel ligt bij ABN AMRO dus nog iets hoger dan bij andere banken.
De banken stellen dat zij hogere kosten maken en die berekenen zij door aan hun klanten.
Last van rentebeleid
Een belangrijke oorzaak voor de negatieve spaarrentes is het monetaire beleid van de Europese Centrale Bank (ECB). De facto bepaalt deze instantie de hoogte van de rente. De rente was de laatste jaren al extreem laag, omdat het beleid van de ECB erop is gericht dat bedrijven (meer) investeren en mensen niet/minder sparen. Geld moet immers rollen. Dat is goed voor de economie.
Banken hebben flink last van dit rentebeleid van de ECB. Zij moeten betalen voor het overtollige geld dat ze daar stallen. Banken stellen nu verlies te maken op het bewaren van spaargeld van particulieren. Dat heeft hen doen besluiten het taboe op negatieve rente te doorbreken. Bij de meeste grootbanken wordt nu een negatieve rente berekend voor (spaar)saldi boven de €250.000. Spaarders betalen dan 0,5%. Rekent u even mee, dat is dus al snel €1.250 per jaar voor het bewaren van uw geld. Misschien ‘klein bier’, maar banken zijn daarbij ook hun kosten gaan verhogen voor het betalingsverkeer (zoals het aanhouden van een rekening).
Bron: de Consumentenbond
Zeer ongewenst
Eind 2019 sprak minister van Financiën Hoekstra de Tweede Kamer toe met de strekking dat hij een negatieve rente zeer ongewenst vond. Zeker voor spaarsaldi onder de €100.000. Banken haastten zich door te zeggen dat zij in 2020 geen plannen hadden voor een dergelijke stap. Dat taboe is nu dus gebroken. Er zijn al banken die €100.000 als grens hanteren. In Duitsland zien we dat deze grens niet eens uitzonderlijk is. De trend is gezet en vooruitzichten dat hier spoedig verandering in komt, zijn er niet.
Sparen tot €100.000 geeft in ieder geval de garantie, in de vorm van het depositogarantiestelsel, dat banktegoeden tot € 100.000 (per rekeninghouder per bank) voor 100 procent door de overheid worden gedekt. Maar het geeft ook de 100% zekerheid dat de (koopkrachts-)waarde relatief behoorlijk snel minder wordt.
Deze ontwikkeling maakt dat consumenten zoeken naar alternatieven. En die alternatieven zijn er. Zo zijn er op dit moment positieve variabele rentevergoedingen te vinden bij kleine, vaak buitenlandse, bancaire instellingen. Die rentevergoedingen kunnen voor spaardeposito zelfs boven het procent komen. De kredietwaardigheid en het faillissementsrisico zijn nauwelijks in te schatten. Ook al vallen dergelijke banken vaak onder het depositogarantiestelsel van een Europese lidstaat, ik zou niemand toewensen om bij de desbetreffende financiële autoriteit zijn claim te moeten neerleggen. En wie ‘Icesave’ nog heeft meegemaakt, weet wat ik bedoel.
Malafide aanbiedingen
Maar wat dan? Alternatieven voor sparen gaan doorgaans gepaard met meer risico. En in dergelijke alternatieven zitten verleidingen van betrouwbare aanbieders die niet altijd geschikt voor u zijn. Over de ‘meer malafide’ aanbiedingen nog maar niet te spreken. Met gezond verstand en een goede kritische oriëntatie kunt u zich een hoop ellende besparen. Toch zijn er in het mijnenveld van aanbiedingen genoeg voorbeelden waaruit blijkt dat het gezond verstand niet heeft gewerkt. Met alle ellende van dien. Denk aan beleggen met geleend geld op basis van hypotheek, aandelenlease, woekerpolis of, meer recent, de rentederivaten.
Wat Vermogensbeheer.nl nu ook vaak tegenkomt zijn mensen die kijken naar vastgoedproposities. Opvallend is dat (semi)professionele beleggers, vaker een wegtrekkende beweging maken, nu de (aanvangs-)rendementen steeds magerder worden. Op consumenten heeft vastgoed nog wel een (toenemende) aantrekkingskracht. In juli 2020 schreef ik hierover nog
een artikel. Consumenten vinden de gegarandeerde rendementen door aanbieders van recreatiewoningen, of andersoortig vastgoed, aantrekkelijk. Maar die proposities geven weinig garanties en zekerheden.
Alternatieven voor het aanhouden van liquiditeiten liggen steevast in de sfeer van beleggen. Wij kennen genoeg voorbeelden van vastgoedbeleggingen die onverkoopbaar bleken (en nog zijn) en waarbij men vast blijft zitten aan de oorspronkelijke aanbieder met de kosten die hiermee gepaard blijven.