Vraag direct één van onze diensten aan Selectierapport Persoonlijke begeleiding

Shake-out dreigt voor vermogensbeheerders

De Telegraaf: 9 april 2013

AMSTERDAM – De Nederlandse markt voor onafhankelijk vermogensbeheer gaat zware tijden tegemoet: voor een groot aantal partijen dreigt faillissement of een overname. Hun verdienmodel komt onder zware druk als ze volgend jaar geen provisie-inkomsten meer mogen aannemen van beleggingsfondsen (de distributievergoeding). Samen met dit kickbackverbod sneuvelt echter straks nóg een belangrijke, minder bekende inkomstenbron: de retourprovisie. „Een vermogensbeheerder die beide ontvangt kan tot wel tweederde van zijn inkomsten verliezen. Dat kan voor een bedrijf de genadeklap zijn", aldus Victor Zwart van vermogensbeheerder Wealtheon.

Vooral de wat rijkere particulieren zijn klant bij een onafhankelijke vermogensbeheerder. Omdat ze de dienstverlening van banken te onpersoonlijk vinden of ontevreden zijn met de behaalde rendementen. Die trend is echter groeiende, zo menen marktkenners. Inmiddels zijn er in Nederland circa 170 van deze ongebonden vermogensbeheerders, die samen zo’n 12 a 13 miljard euro beheren. Het gaat om oude, eerbiedwaardige partijen – type massief houten deur, koperbeslag en een marmeren vestibule – maar ook nieuwkomers die hun diensten vooral via internet aanbieden en alles daartussen.

vermogensbeheerders-wacht-consolidatieslag-20130414-505x331.jpg

De eerste barsten in de marmeren vloeren werden geslagen door de lasten van de verscherpte regelgeving. Maar de echte pijn moet volgens Zwart nog komen als de provisies op de schop gaan. Bedrijven die het hoofd alleen boven water houden dankzij die provisies en niet rond kunnen komen van een redelijke jaarlijkse beheervergoeding die klanten direct voor het vermogensbeheer betalen, zullen daarvan het slachtoffer worden.

Het einde van de distributievergoeding (al snel 0,7% per jaar) is nog één ding. Veel banken en andere vermogensbeheerders hebben zich hierop voorbereid door deze vergoeding die ze van beleggingsfondsen krijgen, (deels) naar hun klanten terug te sluizen. Veel minder bekend echter is de retourprovisie. En die sneuvelt ook. Zwart: „Als je via een bank je transacties laat lopen, dan betaalt een bank hiervoor provisie. Die retourprovisie kan oplopen tot wel 60% van de transactiekosten. Het gaat dus om structurele bedragen van tonnen per jaar."

De retourprovisie kan fors oplopen omdat het beheerders een prikkel geeft om meer transacties te doen dan noodzakelijk. Volgens Zwart op zich al een reden om de retourprovisie te schrappen. Wealtheon belegt niet in beleggingsfondsen – dus geen distributiefee – en sluist volgens Zwart al jarenlang alle ontvangen provisie door naar de klant. Wel heeft Zwart steeds uit moeten leggen waarom de jaarlijkse beheerkosten 1% bedragen. terwijl die elders soms lager zijn. „Dankzij de ontvangen provisies, eigenlijk verborgen kosten voor de klant, hebben sommige partijen hun beheerskosten heel laag kunnen houden. Vanaf volgend jaar zullen zij hun klanten wat uit te leggen hebben, want ze kunnen vermoedelijk alleen overleven als ze die kosten fors verhogen." Zwart is er niet rouwig om dat deze oneerlijke concurrentie verdwijnt.

Ook Koen Laarhoven, directeur van Vermogensbeheer.nl, de nieuwe Nederlandse vergelijkingssite voor vermogensbeheerders, verwacht een shake out. „Het is natuurlijk van de zotte dat partijen alleen kunnen overleven dankzij provisies. Die zullen omvallen. Ze verdienen nu op een vermogensbeheerportefeuille 2 tot wel 3%, dat kun je een klant nooit direct in rekening brengen. Die pikt dat niet. Voor vermogens vanaf 1 miljoen is 1% het maximum, voor kleinere bedragen is hooguit 1,5% acceptabel. Alleen de vermogensbeheerders die zich hebben aangepast, zullen overleven." Zij kunnen volgens Laarhoven een groeiende markt verdelen.

Wat moeten klanten als hun vermogensbeheerder omvalt? Volgens Laarhoven hebben ze weinig te vrezen. Derden als Wealtheon - „we zijn inderdaad aan het rondkijken naar kleinere vermogensbeheerders" – nemen de portefeuille over, al verandert daarmee mogelijk wel het beleggingsbeleid. Klantportefeuilles van particulieren staan op naam. Ze vallen buiten faillissementen van vermogensbeheerders, aldus Laarhoven.

Bron: De Telegraaf